De upstream olie- en gasmarkt biedt mogelijkheden voor de verkoop van kleppen, met name voor twee primaire toepassingen: putkoppen en pijpleidingen. De eerste vallen over het algemeen onder de API 6A-specificatie voor putkoppen en kerstboomapparatuur, en de laatste onder de API 6D-specificatie voor pijpleiding- en leidingkleppen.
Putkoptoepassingen (API 6A)
Kansen voor toepassingen in boorputten worden over het algemeen geprojecteerd op basis van de Baker Hughes Rig Count, een belangrijke maatstaf voor de upstream olie- en gasindustrie. Deze maatstaf werd in 2017 positief, hoewel vrijwel uitsluitend in Noord-Amerika (zie grafiek 1). Een typische boorput bevat vijf of meer kleppen die voldoen aan API-specificatie 6A. Deze kleppen zijn over het algemeen relatief klein, variërend van 1" tot 4" voor boorputten op land. De kleppen kunnen bestaan uit een bovenste en onderste hoofdklep voor het afsluiten van de boorput; een killwingklep voor het inbrengen van diverse chemicaliën voor verbetering van de doorstroming, corrosiebestendigheid en andere doeleinden; een productiewingklep voor het afsluiten/isoleren van de boorput van het pijpleidingsysteem; een chokeklep voor het instelbaar afremmen van de doorstroming vanuit de boorput; en een swabklep bovenaan de tree-constructie voor verticale toegang tot de boorput.Kleppen zijn over het algemeen van het schuif- of kogeltype en worden speciaal geselecteerd op hun goede afdichting, weerstand tegen stromingserosie en corrosiebestendigheid, wat met name van belang kan zijn voor zure ruwe olie of zure gasproducten met een hoog zwavelgehalte. Opgemerkt dient te worden dat de voorgaande bespreking onderzeese kleppen uitsluit, die onderhevig zijn aan veel veeleisendere gebruiksomstandigheden en zich op een vertraagd marktherstel bevinden vanwege de hogere kostenbasis voor onderzeese productie.
Geplaatst op: 27-03-2018